facilitatoren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·ci·li·ta·to·ren
Zelfstandig naamwoord
de facilitatoren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord facilitator
Gangbaarheid
- Het woord facilitatoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.