face-off
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- face-off
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | face-off | face-offs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de face-off m
- (sport) het begin van een ijshockeywedstrijd of een herstart van de ijshockeywedstrijd waarbij de scheidsrechter de puck weer in het spel brengt.
- De sticks van de ijshockeyspelers sloegen hard tegen elkaar aan bij de face-off.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord face-off staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.