exposé

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·po·sé
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord exposé exposés
verkleinwoord exposeetje exposeetjes

Zelfstandig naamwoord

het exposéo

  1. betoog waarin iets helemaal wordt uitgelegd
  2. iets in alle onderdelen laten zien
  3. (toneel) wijze waarop rekwisieten, spelers en achtergrond ten opzichte van elkaar zijn geplaatst
Synoniemen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen


Frans

Werkwoord

exposé

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van exposer
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  exposé     l'exposé     exposés     les exposés  

Zelfstandig naamwoord

exposé m

  1. presentatie