existentie
Uiterlijk
- Geluid: existentie (hulp, bestand)
- exis·ten·tie
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘het bestaan’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- afgeleid van existent met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | existentie | existenties |
verkleinwoord | - | - |
de existentie v
- het bestaan
- existeren, bestaanmogelijkheid, bestaanscrisis, bestaansmogelijkheid, bestaansonzekerheid, bestaanszekerheid, godsbestaan, voorbestaan
- Het woord existentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "existentie" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "existentie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ existentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be