exhibitionistisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·hi·bi·ti·o·nis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van exhibitionist met het voorvoegsel ex- en met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | exhibitionistisch | exhibitionistischer | |
verbogen | exhibitionistische | exhibitionistischere | |
partitief | exhibitionistisch | exhibitionistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
exhibitionistisch [1]
- van de aard van of betrekking hebbend op het exhibitionisme of een exhibitionist
Gangbaarheid
- Het woord exhibitionistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.