exhibitionist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·hi·bi·ti·o·nist
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van exhibitionisme met het achtervoegsel -ist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exhibitionist | exhibitionisten |
verkleinwoord | exhibitionistje | exhibitionistjes |
Zelfstandig naamwoord
de exhibitionist m
- iemand die het exhibitionisme praktiseert
- hij is pedofiel, exhibitionist en lijdt aan een seksverslaving
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord exhibitionist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "exhibitionist" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be