excerperen
Uiterlijk
- Geluid: excerperen (hulp, bestand)
- ex·cer·pe·ren
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘een uittreksel maken’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- met het achtervoegsel -eren[2]
excerperen [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
excerperen |
excerpeerde |
geëxcerpeerd |
zwak -d | volledig |
- maken van een uittreksel of samenvatting
- Diverse afdelingen van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen weigerden hem, de Koninklijke Bibliotheek verzon een smoes, maar de goedige Meertens liet de dichter voor 1800 gulden per jaar folkloristische onderzoekingen doen voor zijn Instituut. Toen het ministerie na een jaar een rapportage wilde, schreef Meertens prompt een brief met een overzicht van Achterbergs activiteit: het excerperen van een lijst van aardrijkskundige namen in Nederland en het invullen van de bij Voskuils lezers inmiddels overbekende vragenlijsten. Nutteloos werk, zoals wel meer voorkwam op Het Bureau, maar wel aardig van Meertens en vol mededogen jegens de beklagenswaardige Achterberg.[4]
- kopiëren van de belangrijkste delen van een tekst
- Murray's andere informanten wachtten de opdrachten van de hoofdredacteur van het woordenboek af en zochten op verzoek in een bepaalde eeuw, op een bepaald terrein en veelal zelfs in een bepaald boek naar de betekenissen die de woorden die de hoofdredacteur op dat moment zocht, daar aannamen. Maar Minor draaide het om: hij begon met het lexicografisch excerperen van een aanzienlijk aantal zestiende-eeuwse boeken - maar dan volledig. [5]
- Het woord excerperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "excerperen" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "excerperen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ excerperen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Elsbeth Etty 30 juni 1997
- ↑ Volkskrant MICHAEL ZEEMAN 20 november 1998
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 21 %
- Prevalentie Vlaanderen 28 %