examinatrice
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- exa·mi·na·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van examineren met het achtervoegsel -atrice
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | examinatrice | examinatrices |
verkleinwoord | examinatricetje | examinatricetjes |
Zelfstandig naamwoord
examinatrice
- (beroep) vrouwelijke vorm van examinator
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'examinatrice' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.