everzwijnpopulatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ever·zwijn·po·pu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord everzwijnpopulatie everzwijnpopulaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de everzwijnpopulatiev

  1. een groep van everzwijnen die niet in tijd of plaats van elkaar gescheiden zijn en dus (theoretisch) met elkaar kunnen voortplanten
    • Bij de everzwijnpopulatie is een dodelijke ziekte geconstateerd.