evenementencentrum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

evenementencentrum
Uitspraak
Woordafbreking
  • eve·ne·men·ten·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord evenementencentrum evenementencentra
evenementencentrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het evenementencentrumo

  1. locatie waar men bijeenkomsten voor grote groepen mensen kan organiseren
     De Maasstad en Ahoy hebben ongeveer acht maanden de tijd om het festijn te organiseren. Het evenementencentrum staat nu nog letterlijk deels in de steigers vanwege een verbouwing, maar eerder zei directeur Jansen al dat Ahoy ruim op tijd klaar zal zijn voor het songfestival.[1]
     Bioscoopbezoekers alarmeerden de politie rond 17.30 uur toen ze de groep zagen. De beveiligers van het evenementencentrum Star City slaagden er aanvankelijk in om de gemoederen te sussen. Tot de politie arriveerde. Daarna keerde de groep zich tegen de agenten. Met stroomstootwapens en honden kregen de agenten de situatie uiteindelijk onder controle.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Naz Taha en Gudo Tienhooven
    “En het Songfestival gaat naar... Rotterdam!” (30 aug. 2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Bende bestormt met machetes bioscoop in Birmingham: jonge fans van Frozen getuigen” (24 nov. 2019), Tubantia