evasie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eva·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontwijking’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- afgeleid van het Franse évasion of daarvoor van het Latijnse 'evasio'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evasie | evasies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
evasie v
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord evasie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "evasie" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |