eurosceptisch

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eu·ro·scep·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eurosceptisch eurosceptischer
verbogen eurosceptische eurosceptischere
partitief eurosceptisch eurosceptischers -

Bijvoeglijk naamwoord

eurosceptisch

  1. met veel wantrouwen naar de Europese Unie
     Bij de aftrap van het voorzitterschap eind vorige maand liet de eurosceptische premier Robert Fico weten dat de EU te veel wordt gedomineerd door de oude lidstaten, zoals Duitsland en Frankrijk. Die landen moeten meer rekening houden met relatief nieuwe lidstaten, zoals Slowakije.[1]
     Tijdens de landelijke verkiezingen in 2015 herhaalt Cameron zijn belofte. Maar de sfeer in het land is veranderd. Door de opmars van de eurosceptische partij UKIP, is immigratie een steeds belangrijker thema tijdens de campagne. “Ik denk niet dat hij had voorzien dat dit referendum zou ontstaan tegen de achtergrond van een migratiecrisis”, zegt politiek analist John Campbell, gespecialiseerd in de Britse Conservatieve partij.[2]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2023 Weblink bron “Nieuwe EU-voorzitter: eurosceptisch en anti-moslim” (Zondag 24 juli 2016, 12:21), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2023 Weblink bron “Referendum: positie David Cameron erg wankel” (Zaterdag 18 juni 2016, 15:34), NOS