euroforie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eu·ro·fo·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord euroforie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de euroforiev

  1. verhoogd gevoel van welzijn tot ongebreideld optimisme t.o.v. de Europese eenwording
Antoniemen

Gangbaarheid

46 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen