Naar inhoud springen

etsen

Uit WikiWoordenboek
  • et·sen
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘in metaal laten uitbijten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
etsen
etste
geëtst
zwak -t volledig

etsen

  1. overgankelijk een ets maken

de etsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ets
95 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]