etnocentrisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • et·no·cen·tris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord etnocentrisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het etnocentrismeo

  1. neiging om de sociale groep waartoe men behoort als enige referentiepunt te beschouwen bij de beoordeling van andere
  2. vorm van nationalisme waarbij het eigen volk en de eigen cultuur worden beschouwd als superieur boven andere volken en culturen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen