etentjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eten·tjes

Zelfstandig naamwoord

de etentjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord eten

de etentjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord etentje
     Nee, over de situatie in Noorwegen wilde hij het niet met een buitenstaander hebben en zelfs thuis liever niet, tijdens de etentjes in het weekend in Saltsjôbaden.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142