estrogeen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  estrogeen    (hulp, bestand)
• IPA: / ɛstroˈɣen / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• es·tro·geen

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van Oudgrieks οἶστρος (oistros) "drift, razernij" met het achtervoegsel -geen

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	estrogeen	estrogenen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het estrogeen o

1. (medisch) een vrouwelijk hormoon

Synoniemen

• oestrogeen

Verwante begrippen

• testosteron

Hyponiemen

• anti-estrogeen, fyto-estrogeen

Afgeleide begrippen

• estrogeengehalte, estrogeensubstitutie

Vertalingen

    1. een vrouwelijk hormoon   

Deens: østrogen (da) Duits: Östrogen (de) Engels: oestrogen (en), estrogen (en) (Amerikaans Engels) Fins: estrogeeni (fi) Frans: oestrogène (fr) m Litouws: estrogenai (lt)

Noors: østrogen (no) Pools: estrogeny (pl) Portugees: estrogênio (pt) Spaans: estrógeno (es) m Vietnamees: estrogen (vi) Zweeds: östrogen (sv)

Gangbaarheid

• Het woord 'estrogeen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.