estima

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·ti·ma
enkelvoud meervoud
estima estimas

Zelfstandig naamwoord

estima v

  1. achting, waardering

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
estimar

estima

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van estimar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van estimar