erotomaan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ero·to·maan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erotomaan erotomanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de erotomaanm

  1. persoon die te zeer geobsedeerd is door erotische verlangens
     De hierboven aangehaalde meneer worstelt vermoedelijk met een querulantenneurose of is erotomaan, en dat is nog veel erger. Wat nou godverdomme dat ik geen mening mag hebben over de debilisering van Nederland.[2]
     Het koninklijk huis voelde zich altijd als een vis in het water in het romantisch-feodale milieu van de Hofstad. De stad bood een keur aan zowel spiritueel als erotomaan vermaak voor de leden van de hoogste familie. Tegelijkertijd blonk de stad uit in discreet stilzwijgen.[3]
  2. (medisch) psychische aandoening waarbij iemand zich inbeeldt dat een ander verliefd op hem of haar is, romantische gevoelens koestert of openstaat voor romantische toenadering, terwijl daarvan in werkelijkheid geen sprake is
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

46 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Ik eis een staatsgreep!” (20/05/2016), HP de Tijd
  3. Bronlink Weblink bron “Leve Willie, koning der huisvrouwen en homofielen!” (27/04/2018), HP de Tijd
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be