erlang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- er·lang
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘eenheid van dichtheid van telefoonverkeer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1] [2]
- Vernoemd naar Deense ingenieur Erlang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erlang | |
verkleinwoord | erlangetje | erlangetjes |
Zelfstandig naamwoord
de erlang m
- (communicatie), (eenheid) eenheid van dichtheid van telefoonverkeer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
erlangen |
erlang
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van erlangen
- Ik erlang.
- gebiedende wijs van erlangen
- Erlang!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van erlangen
- Erlang je?
Gangbaarheid
- Het woord erlang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.