erfkraan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • erf·kraan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erfkraan erfkranen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de erfkraanv / m

  1. (huishouden) de ene waterkraan voor een of meer woningen die niet binnen maar buiten de woning uitmondt
     Tot op vandaag functioneert het waternet en heeft elke woning een erfkraan.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Bigi Poika” (geraadpleegd 15/3/2021), Wikipedia