erfgename

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • erf·ge·na·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erfgename erfgenamen
erfgenames
verkleinwoord erfgenametje erfgenametjes

Zelfstandig naamwoord

de erfgenamev

  1. een vrouwelijk persoon die recht heeft op de nalatenschap van een overleden persoon
    • De erfgename was een weduwe. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Middelnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief erfgename erfgenamen
genitief erfgenamen erfgenamen
datief erfgename erfgenamen
accusatief erfgename erfgenamen

Zelfstandig naamwoord

erfgename m

  1. erfgenaam
Synoniemen