ereloge

Nederlands

ereloge voor de leden van het koninklijk huis

Uitspraak

• Geluid:  ereloge    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈerəˌlɔʒə / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• ere·lo·ge

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  eer zn  en  loge zn  met het invoegsel -e- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ereloge	ereloges
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ereloge v/m

1. speciale afgezonderde plaatsen voor de belangrijkste gasten bij een optreden

   • Ik schenk mijn twee kaarten voor de ereloge in de Ziggodome aan de oude dame die ooit door Gerad werd aangereden. Zij heeft het meer verdiend dan ik. Ik hoop dat ik de vrouw nog op tijd kan lokaliseren.  
   • Donald Trump kwam met een patriottische boodschap in zijn eerste State of the Union. Het werd een ‘troonrede’ waarbij de economische successen in Amerika werden opgesomd en geregeld helden in de ereloge bij First Lady Melania Trump in het zonnetje werden gezet of bemoedigend werden toegesproken.  
   • De afstand tussen de ereloge en de nooduitgang is nog nooit zo klein geweest, zei Wim Kok in 1994, vanuit het Torentje terugkijkend op de verkiezingen en de formatie.  

Gangbaarheid

• Het woord ereloge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ereloge" herkend door:

66 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.