epigenetica

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

epigenetica
Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·ge·ne·ti·ca
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord epigenetica
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de epigeneticav

  1. (genetica) het vakgebied binnen de genetica dat de invloed bestudeert van de omkeerbare erfelijke veranderingen in de genexpressie die optreden zonder wijzigingen in de sequentie (volgorde van de basenparen) van het DNA in de celkern
     Ik zie mijn genen bij bosjes op slot gaan, een steeds gemankeerder lichaam, en ik vervloek de epigenetica.[1]
     Het licht de bijzondere fysieke kwaliteiten van Campenaerts alleen uit. ,,Nu kan hij dat perfect aan, maar een jaar geleden zou dat nog niet het geval zijn geweest”, nuanceert Van Thienen. ,,Zoiets vergt aanpassing. De mechanismes, die na een hoogtestage in gang moeten schieten, gaan dat almaar beter, sneller en efficiënter doen. Hypoxic memory, heet zoiets. Heeft te maken met epigenetica, het aan- en uitzetten van sommige DNA-stukjes.”[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Renée van Marissing
    “Onze kinderen” (2021), Em. Querido's Uitgeverij op Wikipedia, ISBN 9789021414461
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 april 2022 Weblink bron “Hoogtestage van Campenaerts op 10.000 meter niet voor de gewone man: ‘Je wordt er doodziek van’” (01-07-2020), Tubantia