envergure
Uiterlijk
- en·ver·gu·re
- van Frans envergure "vleugelwijdte" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | envergure | envergures |
verkleinwoord | - | - |
de envergure v
- relatieve grootsheid, wijdsheid of omvang
- ▸ Zijn eerste kritieken laten zien dat hij zich aanvankelijk veel conservatiever opstelde dan men van iemand van zijn envergure zou verwachten.[2]
1.
- Het woord envergure staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ envergure op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Karel WautersDe intellectueel-artistieke horizon van de jonge Walschap : Een speurtocht door zijn eerste kritieken in: ZL., jrg. 1 nr. 3 (mei 2002), Stichting ZL / Garant Uitgevers, Leuven, p. 17