enthousiasmeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·thou·si·as·meer·de

Werkwoord

vervoeging van
enthousiasmeren

enthousiasmeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van enthousiasmeren
    • Ik enthousiasmeerde. 
    • Jij enthousiasmeerde. 
    • Hij, zij, het enthousiasmeerde.