ensamagerande

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·sam·ag·er·ande
  • en·sam·a·ge·ran·de
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
ensamagerande
-
-

Bijvoeglijk naamwoord

ensamagerande

  1. alleen werkend, handelend op eigen initiatief
    «Ett ytterligare potentiellt hot mot Sverige är ensamagerande gärningsmän.»
    Een andere potentiële bedreiging voor Zweden zijn alleen werkende daders.
Verbuiging
  • Geen verbuiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Typische woordcombinaties
  • ensamagerande gärningsmän
alleen werkende daders
  • ensamagerande individer
alleen handelnde individuen
  • ensamagerande terrorister
alleen agerende terrorister