enojábamos

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
enojar

enojábamos

  1. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enojar
vervoeging van
enojarse

enojábamos

  1. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van enojarse