energetisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ener·ge·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen energetisch energetischer
verbogen energetische energetischere
partitief energetisch energetischers -

Bijvoeglijk naamwoord

energetisch [1]

  1. met betrekking tot arbeid of energie
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen