endoscopie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·do·sco·pie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord endoscopie endoscopieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de endoscopiev

  1. (medisch) (kijk)onderzoek van lichaamsholten of inwendige kanalen met een endoscoop
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen