enculer
Uiterlijk
- Samenstelling van het preverbium en- 'in', het zelfstandig naamwoord cul 'kont' en het achtervoegsel -er.
enculer
- (spreektaal) (vulgair) sodemieteren, kontneuken [1]
- (spreektaal) (vulgair) bedriegen, belazeren
- «J’me suis fais enculer de dix keusses sur ces jeans.»
- Ik heb me voor 10 euro laten naaien met die spijkerbroek. [1]
- «J’me suis fais enculer de dix keusses sur ces jeans.»