Naar inhoud springen

encargo

Uit WikiWoordenboek
  • en·car·go
enkelvoud meervoud
encargo encargos

encargo m

  1. opdracht, het opdragen
  2. boodschap
  3. bestelling
vervoeging van
encargar

encargo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van encargar
vervoeging van
encargarse

encargo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van encargarse