emotief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • emo·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen emotief emotiever emotiefst
verbogen emotieve emotievere emotiefste
partitief emotiefs emotievers -

Bijvoeglijk naamwoord

emotief

  1. betrekking hebben op de emotie:
  2. van personen: tot gemoedsbeweging geneigd; voor emoties zeer ontvankelijk; emotioneel
  3. van zaken: aan gemoedsbeweging uiting gevend of deze opwekkend; op emoties betrekking hebbend, daarmee verband houdend
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid