emelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- emelt
Woordherkomst en -opbouw
- vergelijk Middelnederduits amelt / emelte [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | emelt | emelten |
verkleinwoord | emeltje | emeltjes |
Zelfstandig naamwoord
emelt
- (dierkunde) (landbouw) benaming voor de larve van de langpootmug
- ▸ En is dat nóg een worm? „Nee, dat is een emelt, een larve van een langpootmug”, zegt Kremer. „Die eet de wortels van het gras. Die heb ik juist liever niet.”[3]
- (dierkunde) (niet gangbaar) benaming voor de larve van de meikever
Hyperoniemen
- [2] engerling
Gangbaarheid
- Het woord emelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emelt" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ emelt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Regenwormen in plaats van regen: de oplossing voor steeds drogere seizoenen?” (7 juli 2020) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 37 %
- Prevalentie Vlaanderen 29 %