embryonaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • em·bry·o·naal
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen embryonaal embryonaler embryonaalst
verbogen embryonale embryonalere embryonaalste
partitief embryonaals embryonalers -

Bijvoeglijk naamwoord

embryonaal [1]

  1. in een beginfase verkerend
    • Ten tweede werden - zij het nog embryonaal - een aantal maatregelen genomen waarmee de speculatie tegen Europese overheidsschulden beter kan worden bestreden. Die maatregelen werden op 8 augustus meteen door de markten getest. De speculatie tegen de Italiaanse en Spaanse schuld mislukte. De Italianen zelf werden wel gedwongen in te stemmen met een ongezien streng besparingsprogramma. [2] 
    • Frank Ketelaar is inmiddels bezig met het schrijven van een nieuwe serie voor de VARA. "Het wordt anders, maar wel weer over misdaad en families. Maar alles verkeert nog in een embryonaal stadium." [3] 
  2. betrekking hebbend op de ongeboren vrucht van een organisme
    • Het wetenschappelijk onderzoek van embryo's en embryonale menselijke stamcellen is binnenkort niet meer verboden in Frankrijk. Het parlement in Parijs keurde een wetsverandering met die strekking goed. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen