embleem
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- em·bleem
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘zinnebeeld, herkenningsteken, zinnebeeldige plaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1625 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | embleem | emblemen |
verkleinwoord | embleempje | embleempjes |
Zelfstandig naamwoord
embleem o
- een concrete figuur waarmee een abstract begrip zoals een godheid, een ideaal, een gevoel enz. wordt verbeeld
- Een hart is het embleem van "de liefde".
- Dat veranderde aan de zaak niets, maar voor iedereen stond vast dat de moffen niet zomaar twee Franse soldaten hadden gedood, maar twee emblemen hadden weggemaaid. Woede alom, dus. [2]
- figuur waarmee iets concreets wordt verbeeld
- ▸ Aan de oever lag een man in de zon die van top tot teen bedekt was met tatoeages. Thru-hike-tattoos welteverstaan. Over de lengte van zijn benen waren de routes en emblemen van verschillende Thru-hikes vereeuwigd.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. concrete figuur voor een abstract begrip
Gangbaarheid
- Het woord embleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "embleem" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "embleem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 14
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be