Naar inhoud springen

elfendertigst

Uit WikiWoordenboek
  • elf·en·der·tigst
  • samenstelling van  elf ht  en  dertigste rt  met het invoegsel -en- , naar de elf-en-dertig, onder wevers in de zuidelijke Nederlanden de aanduiding van een kam die voor het weven van extra fijn en breed linnen elf extra gangen boven de dertig gebruikelijke had. Dat leverde volmaakt werk op, maar het weven duurde langer dan gebruikelijk. De stof die zo werd geweven kreeg ook de naam elf en dertig, in het Frans trente et un of trentain. Het begrip is vanaf de 16e eeuw terug te vinden als uitdrukking voor netjes en zorgvuldig werken. In het zuiden van de Nederlanden betekende op zijn elf en dertigste gekleed zijn, netjes aangekleed zijn, zich uitdossen. Evenals in het Frans (se mettre sur son trente et un) en het Nieuw-Grieks (μὲ τὰ δεκοχτώ τ᾽ εἶναι). Vanaf de 18e eeuw werd het ook gebruikt in de betekenis van traag of omslachtig werken, met een verwijzing naar de langdurige beraadslagingen van de Staten van Friesland met hun achterban, vertegenwoordigers van 30 grietenijen en 11 steden. Het werd ook als een telwoord opgevat [1] [2][3]

elfendertigst

  1. (informeel) in vaste verbindingen als "op z'n elfendertigst": op een omslachtige of tijdrovende manier
  • Vroeger moesten de Friese afgevaardigden in de Staten-Generaal ruggespraak houden met de vertegenwoordigers van elf steden en dertig grietenijen, wat tijdrovend kon zijn . De Friezen hadden deze vorm van medenzeggenschap in de 12 eeuw bedongen, in de andere gewesten gold deze regeling niet. Het begrip werd vanaf de 18e eeuw met deze handelwijze in verband gebracht, met de negatieve bijklank van onnodig omslachtig. Dit leidde tot de veronderstelling dat "elfendertigst" daarnaar verwees, maar F.A. Stoett betoogde in 1925 dat het begrip al voor die tijd bestond en kwam op de herkomst uit de weverij.
  • Afhankelijk van de context kan het bezittelijk voornaamwoord variëren:
• Ans ging op haar elfendertigst koffie zetten. 
• Als ze niet met ons overleggen, gaan we hun besluit op ons elfendertigst uitvoeren. 
  1. elfendertigst op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. F.A. Stoett, Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden: "op zijn elf en dertigst, W.J. Thieme & Cie, Zutphen, 1925