elfenastrild
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- el·fen·as·trild
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elfenastrild | elfenastrilden |
verkleinwoord | elfenastrildje | elfenastrildjes |
Zelfstandig naamwoord
elfenastrild
- (zangvogels) Estrilda erythronotos een relatief klein vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae ), oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Afrika
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'elfenastrild' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.