elektronicafreak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: elektronicafreak (hulp, bestand)
- IPA: / elɛkˈtronikaˌfriːk / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- elek·tro·ni·ca·freak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van elektronica zn en freak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elektronicafreak | elektronicafreaks |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (persoon) iemand die als hobby veel elektronische apparaten koopt of maakt
- ▸ Hobby en vrije tijd zijn leuke dingen voor de mensen, Noodzakelijk zelfs. Behalve wanneer die hobby volledig uit de hand loopt. Nico is een elektronicafreak en bij hem dreigde het helemaal mis te gaan. Al zijn tijd en geld gaan zitten in chips en ander materiaal. Hij bouwt al zijn apparatuur zelf.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'elektronicafreak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Henny de VosHet begon allemaal zo onschuldig met een meccanodoos... in: Nieuwsblad van het Noorden , jrg. 100 nr. 265, Nieuwenhuis, Groningen, p. 18 kol. 2/3/4
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 16
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 6 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal