elektrocardiograaf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elek·tro·car·dio·graaf
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van cardiograaf met het voorvoegsel elektro-[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elektrocardiograaf | elektrocardiografen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de elektrocardiograaf m
- (elektronica) (medisch) apparaat dat de hartslag grafisch registreert
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'elektrocardiograaf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.