elektra
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elek·tra
Woordherkomst en -opbouw
verkortingvan elektriciteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elektra | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het elektra o
- de elektriciteitsaansluitingen van en in een huis of ander gebouw
- Het elektra van het huis werd door een erkend installateur aangelegd.
Gangbaarheid
- Het woord elektra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "elektra" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be