ekonomie

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord ekonomie ekonomieë


Woordafbreking
  • eko·no·mie
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

ekonomie

  1. (wetenschap) economie; de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten

Meer informatie


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

ekonomie

  1. (wetenschap) economie; de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten
Hyperoniemen

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɛkɔnɔmɪjɛ/
Woordafbreking
  • eko·no·mie
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

ekonomie v

  1. (wetenschap) economie; de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten
  2. (economie) ecomonie; de toereikendheid van de relatie tussen productiekosten en winstgevendheid
Verbuiging
Synoniemen
  1. ekonomičnost v, hospodárnost v, úspornost v
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen


Twents

Zelfstandig naamwoord

ekonomie

  1. (wetenschap) economie; de leer die zich bezighoudt met de voortbrenging en verdeling van schaarse goederen en diensten
Hyperoniemen

Meer informatie