eindstrijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eind·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eindstrijd eindstrijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de eindstrijdm

  1. (sport) de laatste en beslissende wedstrijd
     En dus staat ze als nummer 54 van de wereld al in een grandslamfinale, iets dat Swiatek zelf nooit had gedacht. "Ik deed vandaag ook of het de eerste ronde was", zei de Poolse over haar halve eindstrijd tegen Podoroska. "Als ik aan de finale gedacht zou hebben, had me dat veel stress opgeleverd."[1]
     Durrant had zich voor de eindstrijd van de Premier League geplaatst door in de halve finale met 10-9 van tweevoudig winnaar Gary Anderson te winnen.[2]
  2. (militair) (politiek) de laatste beslissende oorlog
     De eindstrijd, de laatste stormloop. Hierin zou het lot van volkeren in een bikkelharde strijd worden beslist. Het ging erom wie de wereld zou beheersen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Alleen Kenin kan Poolse tiener in Parijs nog van eerste grandslamzege afhouden” (DO 8 OKTOBER 2020), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “ (DO 15 OKTOBER 2020), NOS
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691