eindejaarperiode
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ein·de·jaar·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eindejaar zn en periode zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eindejaarperiode | eindejaarperioden eindejaarperiodes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eindejaarperiode v
- (tijdrekening) de dagen rond 31 december
- ▸ Op een kleine twintig jaar tijd is het aantal bedrijven dat een kerstfeest voor zijn medewerkers organiseert met een kwart gedaald. Slechts zes op de tien bedrijven zullen dit jaar tijdens de eindejaarperiode een feestje of etentje houden.[1]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord eindejaarperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron wv)“Waarom jouw bedrijf dit jaar geen kerstfeest organiseert” (20/12/20), De Standaard