eilandfluiter
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ei·land·flui·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eiland zn en fluiter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eilandfluiter | eilandfluiters |
verkleinwoord | eilandfluitertje | eilandfluitertjes |
Zelfstandig naamwoord
de eilandfluiter m
- (zangvogels) Pachycephala phaionota een zangvogel uit de familie Pachycephalidae (dikkoppen en fluiters). Deze soort is endemisch op de Molukken
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'eilandfluiter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.