eikenschiller
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ei·ken·schil·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eik en schiller met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eikenschiller | eikenschillers |
verkleinwoord | eikenschillertje | eikenschillertjes |
Zelfstandig naamwoord
de eikenschiller m
- (beroep) iemand die voor zijn beroep de bast van eiken schilt
- Eikenschiller is ondertussen een oud beroep geworden.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'eikenschiller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.