eicel
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- ei·cel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ei en cel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eicel | eicellen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (biologie) vrouwelijke geslachtscel, ovum
- Na de bevruchting van de eicel door een zaadcel kan er een baby gaan groeien.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord eicel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "eicel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be