ehemaliger

Uit WikiWoordenboek

Duits

Woordafbreking
  • ehe·ma·li·ger

Bijvoeglijk naamwoord

ehemaliger

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief mannelijk enkelvoud van ehemalig
Typische woordcombinaties
  • John Lindsay, ehemaliger Bürgermeister von New York, ...
John Lindsay, voormalige burgemeester van New York, ...

ehemaliger

  1. onbepaald (zonder lidwoord) genitief vrouwelijk enkelvoud van ehemalig

ehemaliger

  1. onbepaald (zonder lidwoord) datief vrouwelijk enkelvoud van ehemalig

ehemaliger

  1. onbepaald (zonder lidwoord) genitief meervoud van ehemalig

Bijvoeglijk naamwoord

ehemaliger

  1. onbepaald nominatief mannelijk enkelvoud van ehemalig