egen
Uiterlijk
- e·gen
Naar frequentie | 491 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
egen |
egnare |
egnaste [1] egnast [2] |
egen
- (hon) ...sin egen butik
(zij) ...haar eigen winkel
Naar frequentie | 491 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
egen |
egnare |
egnaste [1] egnast [2] |
egen