eetkeuken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eet·keu·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eetkeuken eetkeukens
verkleinwoord eetkeukentje eetkeukentjes

Zelfstandig naamwoord

de eetkeukenv / m

  1. een keuken waarin men niet alleen maar het eten klaarmaakt maar ook opeet
    • Veel huizen hebben tegenwoordig een eetkeuken want dat scheelt in de ruimte en is ook gezelliger voor degene die kookt. 

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be